Onafhankelijke koepel van 43 beroepsverenigingen uit acht sectoren met circa 62.000 leden.
Aangesloten bij de Vakcentrale voor Professionals.

11 december 2017

Waarom de discussie over het nieuwe pensioenstelsel zo lang duurt

Waarom de discussie over het nieuwe pensioenstelsel zo lang duurt

Er wordt in de pers al jaren gepubliceerd over het naderende einde van het huidige pensioenstelsel in Nederland en het begin van een ander nieuw stelsel, meer toegespitst op moderne arbeidsverhoudingen en een veranderende maatschappij. De discussie over een nieuw systeem duurt inderdaad al jaren en menigmaal lees je daarover een aanklacht van een pleitbezorger van een nieuw minder collectief en minder solidair stelsel. Geconfronteerd met de voortdurende aandacht in de pers en de uiteenlopende verhalen, benaderen leden de CMHF omdat ze willen weten hoe de CMHF denkt over dat nieuwe pensioenstelsel en hoe het bestuur daarin opereert.

De CMHF is aangesloten bij de Vakcentrale voor Professionals (VCP) die op het hoogste ambtelijke en politieke niveau meepraat en onderhandelt over het nieuwe stelsel. De CMHF heeft via de VCP haar inbreng in die stelseldiscussie. Andere bij de VCP aangesloten verenigingen krijgen ook vragen over de voortgang van de discussie over het nieuwe pensioenstelsel en gezamenlijk hebben wij binnen de VCP onderstaande tekst opgesteld.

Pensioenoverleg moeizaam, maar volop in gang

In 2014 is de nationale pensioendialoog van start gegaan. Het doel was om gezamenlijk met alle betrokken partijen in Nederland de richting te bepalen waar we met het Nederlandse pensioenstelsel naar toe willen. De Sociaal Economische Raad (SER) als overlegorgaan tussen werkgevers, werknemers en vertegenwoordigers van de overheid, heeft in deze discussie een belangrijke rol, omdat de SER het platform is waaruit een gedragen advies aan de overheid kan komen. Het afgelopen jaar is al een aantal keren naar buiten gebracht dat een advies nabij zou zijn. Recent ook weer in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Echter, keer op keer, is er toch sprake van uitstel gebleken. Aangezien de VCP nauw betrokken is bij deze discussie willen wij u graag meenemen in dit proces. Dit zodat u begrijpt waarom er nog geen advies ligt en waarom het ook zomaar nog geruime tijd kan gaan duren.

Redenen voor aanpassing
De crisis en de dreiging van kortingen bij diverse pensioenfondsen hebben ervoor gezorgd dat het vertrouwen in ons pensioenstelsel een deuk heeft opgelopen. Hiernaast is breed onderkend dat ook veranderingen in de arbeidsmarkt en demografie, andere maatschappelijke (individualiserende) ontwikkelingen en ook de onhoudbaarheid van de 'pensioengarantie' in turbulente financieel-economische markten, aanleiding geven om het pensioenstelsel tegen het licht te houden.

Voorliggende voorstellen contract zijn nog niet optimaal

Via een intensief traject waarbij diverse partijen binnen en buiten de SER zijn betrokken, is geprobeerd te komen tot concrete voorstellen voor verbetering van het pensioenstelsel. Verschillende denkrichtingen zijn daarbij verkend waarbij een overgang naar individuele pensioenvermogens met collectieve risicodeling, er één is die prominent aanwezig is. Dat wil zeggen dat iedereen die pensioen opbouwt in het nieuwe stelsel een individueel pensioenkapitaal opbouwt (zonder individueel eigendomsrecht), waarbij dat kapitaal collectief wordt belegd en de administratie zoveel mogelijk eenvormig wordt ingericht. Dat brengt rendementsverbeteringen en kostenvoordelen met zich mee. Dat kapitaal wordt vervolgens op pensioendatum omgezet in een pensioen, d.w.z. een levenslange periodieke uitkering.

In de afgelopen maanden zijn door diverse pensioenfondsen in Nederland de voorstellen voor een nieuw pensioencontract doorgerekend. Helaas zijn de uitkomsten hiervan (vooralsnog) teleurstellend. De gehoopte voordelen blijken in de praktijk niet of nauwelijks te worden behaald en diverse aspecten vallen zelfs nadeliger uit dan in het huidige stelsel. Zo wordt voor een aantal groepen bijvoorbeeld de kans op kortingen alleen maar groter en wordt de pensioenuitkomst onzekerder.

Advies dient integraal te zijn

Daarnaast dienen er naast een nieuw pensioencontract ook aanbevelingen te worden gedaan op het gebied van de toegenomen flexibilisering (zzp'ers) en hun pensioen. De VCP wil dat voor alle werkenden een gedegen pensioen wordt opgebouwd, anders wordt de BV Nederland op termijn geconfronteerd met een steeds groter wordend legioen van zelfstandigen zonder pensioen. Een ander onderwerp van gesprek is de te snel oplopende AOW-leeftijd, die in ieder geval op de korte termijn niet aansluit op de arbeidsmarkt.

Geen advies op korte termijn
Met deze constateringen is een breed gedragen advies niet nabij. Wij staan positief tegenover herzieningen van het stelsel als geheel, maar kiezen als VCP wel voor kwaliteit. Dat mag u van ons verwachten. Als er meer tijd nodig is om tot een gedegen voorstel te komen dat in het belang is van alle werknemers en gepensioneerden, dan zullen wij die tijd zonder voorbehoud nemen. Herstel van vertrouwen in onze pensioenen begint met een eerlijk en degelijk plan voor de toekomst.

Overstap vereist concreet zicht op compensatie
Voormalig staatssecretaris Klijnsma van SZW heeft op 8 juli 2016 een Perspectiefnota over de toekomst van het pensioenstelsel aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze nota gaat uit van geleidelijke afschaffing van de doorsneesystematiek vanaf 2020. Ook het nieuwe kabinet wil de doorsneesystematiek afschaffen.

De doorsneesystematiek zorgt voor kapitaaloverdrachten van jong naar oud omdat jongeren en ouderen dezelfde premie betalen en dezelfde opbouw (zgn. tijdsevenredige opbouw) krijgen, terwijl de premies van jongeren veel langer kunnen renderen en dus eigenlijk een hoger pensioen zouden kunnen opleveren. In de SER wordt veel gesproken over afschaffing van deze doorsneesystematiek, zoals die nu bij pensioenfondsen wordt gehanteerd in combinatie met de introductie van een doorsnee-inleg voor alle pensioenen. Praktisch betekent dit dat alle werknemers dezelfde premie blijven betalen, maar dat werknemers op jongere leeftijd relatief meer pensioen gaan opbouwen dan op latere leeftijd.

Geen pech- en gelukgeneraties
De complexiteit in deze hele discussie is dat bij gelijkblijvende kosten een verbetering voor één persoon direct samengaat met een verslechtering voor een ander. Wij vinden het onwenselijk wanneer bepaalde generaties onevenredig de prijs gaan betalen in het voordeel van anderen. Om een overgang naar een nieuw stelsel zoals dat nu wordt geschetst, op een eerlijke manier en zonder verliezers te realiseren is behalve passende overgangsmaatregelen simpelweg (tijdelijk) extra geld nodig. Een voor de hand liggende vraag is bij wie deze extra kosten terecht komen. Daarnaast moet dat nieuwe stelsel als geheel ook echt een verbetering zijn om die kosten te willen accepteren. De huidige stand van zaken is dat het op beide vlakken de uitkomsten nog niet in de buurt komen van wat de VCP wenselijk vindt.

Niet de rekening bij werknemers en gepensioneerden
De overheid en de werkgevers blijken maar in zeer beperkte mate bereid om mee te betalen en de nadelen van een overstap weg te nemen. Hoewel een oprechte poging wordt gedaan om het grote tekort dat als gevolg van een overstap ontstaat (naar schatting vele tientallen miljarden euro's) zo eerlijk mogelijk uit te smeren over de generaties, wordt uiteindelijk de prijs vrijwel helemaal bij (een deel van) de werknemers en gepensioneerden gelegd in de vorm van lagere pensioenuitkeringen op de lange termijn.


Nieuwscategorie

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief

Aanmelden
Deel deze pagina: