Zware beroepen
In België is er een manmoedige poging gedaan om het begrip 'zware
beroepen' af te bakenen, zodanig dat dit in de pensioenregelingen
tot differentiatie kan leiden. Drie criteria bepalen of een
beroep zwaar is: fysieke zwaarte, onregelmatige tijden en gevaar.
Op basis daarvan wordt met een cijfer van 1 tot 3 bepaald hoe
zwaar het beroep is. Voor beroepen waarin veel ziekteverzuim en
burn-outs voorkomen kan het criterium 'stress' daar nog een punt
aan toevoegen. Hoe hoger het cijfer, hoe meer
pensioenvoordelen.
Maar er is ook kritiek op het systeem: niet individueel genoeg,
want ook in één beroepsgroep komt differentiatie voor qua fysieke
zwaarte, onregelmatigheid, gevaar en stress.
Ook in Nederland klinkt de steeds luidere roep om 'iets' te doen voor de zware beroepen, want al voordat de AOW-leeftijd werd opgetrokken, bestond er bij specifieke sectoren de behoefte om eerder stoppen mogelijk te maken. Door het invoeren van de Regeling vervroegd uittreden-boete (RVU-boete) worden werkgevers echter hard gestraft voor het eerder laten afvloeien van medewerkers.
En laten we de dingen gewoon eens benoemen: er zijn medewerkers die na een bepaald aantal dienstjaren 'op' zijn, geestelijk dan wel lichamelijk, ook als alle instrumenten van duurzaam inzetbaarheid zijn ingezet.
Ik geloof niet zozeer in een Nederlandse definitie van 'zware
beroepen', maar wel in het creëren van mogelijkheden om eerder
stoppen mogelijk te maken. En het creëren van die mogelijkheden
zijn voor een deel gebaseerd op solidariteit. De sectoralisatie
heeft een groot deel van de solidariteit gesloopt, maar bínnen
sectoren moeten afspraken te maken zijn, die eerder stoppen met
werken voor degenen die het nodig hebben, mogelijk maken.
Geen verplichting, maar een optie in het keuzepalet aan
arbeidsvoorwaarden.
Want niemand zit er op te wachten de laatste arbeidzame jaren tot de AOW-leeftijd in de Ziektewet en/of de WIA door te brengen? Dat doet geen recht aan de inspanningen die betrokkenen hebben geleverd voor de Nederlandse maatschappij.
De voorzitter van de KVMO heeft in een van zijn recente blogs 'de overheidsschijf van 5' geïntroduceerd (blog).
Deze 'overheidsschijf van 5' moet zorgdragen voor een gezonde samenleving: een bestuurlijke duurzame veilige welvarende samenleving. Een samenleving die alleen in stand kan worden gehouden als het kabinet de basisvoorwaarden creëert door te investeren in de vijf schijfministeries: Defensie, Justitie en Veiligheid, Financiën, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze ministeries zijn verantwoordelijk voor onze gezondheid, ons onderwijs en onze ontwikkeling, onze belastinginkomsten en onze (grens)veiligheid.
De arbeidsmarkt trekt hard aan, de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever zal zeker toenemen wanneer de overheid als wetgever de mogelijkheid creëert om op sectoraal niveau afspraken te maken om eerder te kunnen stoppen met werken, als onderdeel van het arbeidsvoorwaarden cafetariamodel.